Rijkswaterstaat Centrale Informatievoorziening (RWS CIV) en SPIE Nederland werken sinds een jaar op een andere manier samen. De klassieke relatie opdrachtgever–opdrachtnemer is veranderd in een volwaardig partnership met een gezamenlijk doel. “Het is en blijft een zakelijke relatie”, zegt Rob de Ruiter van RWS CIV.
Het contract tussen RWS CIV en SPIE omvat onder meer het onderhoud aan bijna vijfduizend kilometer glasvezelkabel en ruim vijfduizend stuks netwerkrandapparatuur. Dit onderhoud was altijd wat onzichtbaar, zegt Johan Karstan van SPIE. “Toen we nog als onderaannemer actief waren, was het vooral correctief. Met de nieuwe samenwerking tillen we het naar preventief en uiteindelijk voorspellend onderhoud. We streven naar een afname in het correctief onderhoud”.
“Risicogestuurd onderhoud neerzetten was ‘best lastig en spannend’ vanwege de diversiteit aan componenten en locaties, vervolgt Karstan. “Per object zijn onderdelen en instellingen anders toegepast. We hebben een FMECA -analyse gedaan om de basis goed te krijgen. Dat was best een zoektocht”. De Ruiter; “De reden hiervoor ligt in de geschiedenis; van oudsher kent RWS autonome regio’s. Nu hebben we een centrale aanpak op informatievoorziening, maar moeten we de informatiebehoefte nog verder vullen. Vanuit het systeem, maar zeker ook vanaf de locaties zelf. Door die informatiebehoefte in te vullen, neemt de betrouwbaarheid van de data toe en wordt het hele systeem betrouwbaarder.”
De informatiebehoefte omvat niet alleen aantallen en status van assets. De uitvoerende partij moet ook de ‘gedragsregels’ per object kennen. De Ruiter: “Bij de ene locatie moet je een VOG hebben, een veiligheidsfilm kijken en moet je volledige veiligheidsset op orde zijn. Elders heb je alleen een helm en veiligheidsschoenen nodig. Voor de Maeslantkering moet je een week vooraf toegang aanvragen. Er zijn bemande en onbemande objecten; in totaal 1.200.” En dan is er nog het verschil in wet- en regelgeving tussen ‘natte’ en ‘droge’ objecten. Ook zijn er per object andere partijen betrokken die een ander deel van het object beheren en waarmee SPIE moet samenwerken. “Die afspraken heeft SPIE in de transitiefase gemaakt”.
In een aanbestedingsfase is er altijd ruimte voor eigen interpretatie en eigen invulling. Hoe doe je dan een bieding? De Ruiter: “In het aanbestedingsdocument was de weging van kwaliteit hoger dan geld en kosten. Er was een compleet hoofdstuk gewijd aan de gewenste samenwerking. Dit betekent dat je dit in de bieding én in de uitvoering verwacht terug te zien. We werken samen als partners in business en veel minder in een relatie als opdrachtgever of opdrachtnemer. De opdrachtnemer hanteert geen P-maal-Q-model meer, maar acteert als een professionele organisatie die voor een maandelijkse vergoeding proactief en planmatig het onderhoud uitvoert.” Karstan: “Onze uitdaging is het correctieve deel te reduceren.” De Ruiter: “Efficiënter en effectiever werken is de incentive voor SPIE om minder kosten te maken en meer te verdienen. Of je nu één keer of tienduizend keer naar een object moet, de vergoeding blijft dezelfde.”
Normaal zijn dit soort contracten voor vier jaar; dit contract is voor vijf jaar, met de mogelijkheid om het drie keer met twee jaar te verlengen. De Ruiter: “We willen een stabiele situatie van het netwerk opbouwen, dus we kiezen voor een langdurige samenwerking”. Er is ook nog een derde partner: KPN is de beheerder met de eindverantwoordelijkheid. De Ruiter: “SPIE moet in die driehoek proactief zijn en wordt beoordeeld samen met KPN . SPIE is een volwassen collega-beheerder met een eigen verantwoordelijkheid. De regie ligt bij ons; wij moeten de samenwerking optimaliseren, bijvoorbeeld bij tegengestelde belangen of het stimuleren van innovatie.”
Het inregelen van het contract leidde soms tot pittige discussies en ook wel wat zweetdruppels, zegt De Ruiter. “Je hebt een contract, je hebt definities, maar wat staat er eigenlijk? Elke partij denkt in eerste instantie vanuit zijn eigen belangen waardoor er weleens discussie ontstaat, maar we komen er telkens uit. Juristen hebben we nog niet nodig gehad.” De basis voor die goede samenwerking is wederzijds respect en begrip, zeggen beiden. Je moet elkaar ook tijd gunnen om een goede samenwerking op te bouwen”, zegt De Ruiter. “Wij moeten ook leren om regie te voeren.” Karstan: “Het is best complex en een leerproces voor beiden.”