Al sinds ruim vóór de coronacrisis werken we bij NUOVO Scholengroep aan een betere luchtkwaliteit in de schoolgebouwen. Hiervoor gebruiken we onze sensor- en datatechniek van PULSE. Marcel Brenninkmeijer, klantmanager bij SPIE, vertelt over de aanpak en resultaten.
Hoe comfortabel en gezond is het voor de leerlingen in onze klaslokalen? Op wat voor manier krijgen we daarin meer inzicht? En hoe kunnen we die luchtkwaliteit verbeteren? Met die vragen klopte NUOVO Scholengroep vorig jaar bij ons aan. Haar ambitie: met een hoop scholen voldoen aan klasse B van het Frisse Scholenbeleid. Omdat niet in iedere school gebouwtechnologie aanwezig was om inzicht te krijgen in het technische comfort, zochten we naar een oplossing. We stelden voor om drie jaar lang metingen te doen in verschillende klaslokalen van tien scholen die onder NUOVO Scholengroep vallen. Zodat er inzicht ontstaat in de temperatuur, het CO2-gehalte en de relatieve luchtvochtigheid. Vanaf september 2019 zijn de lokalen voorzien van onze sensoren om deze waarden te meten.
Realtime inzicht
De meetgegevens uit deze sensoren komen terecht in ons dataplatform PULSE Core. Met deze software analyseren we de gebouwdata en zetten we die om in begrijpelijke informatie. Niet alleen wij, ook NUOVO kan deze informatie inzien. Zo zien ze realtime per school hoe het gesteld is met de temperatuur, het CO2-gehalte, de luchtvochtigheid en de Adaptieve Temperatuur Grenswaarde (ATG). Willen ze weten wat de cijfers zijn van afgelopen week? Met één druk op de knop stel je hierover een overzicht samen. PULSE heeft een ISO 27001-certificering, waarmee de informatieveiligheid is gewaarborgd. Helaas zie ik ook regelmatig andere oplossingen, waarin de dataveiligheid onvoldoende is geborgd.
We zien realtime per school hoe het gesteld is met de temperatuur, het CO2-gehalte, de luchtvochtigheid en de Adaptieve Temperatuur Grenswaarde (ATG).
Marcel Brenninkmeijer
Meetgegevens
Onze metingen werden een halt toegeroepen toen de scholen dicht moesten vanwege corona. Doorgaan met meten kón wel, maar een leeg klaslokaal levert geen relevante data op. Zo viel ons plan om het eerste jaar volledig te meten dus in duigen. Jammer, want we waren net goed op weg. Op meerdere scholen hadden we al met wat kleine aanpassingen resultaten geboekt voor een beter binnenklimaat. Maar zonder verse data konden we daar niet op verder bouwen.
Historische data biedt voorsprong
Toen het nieuwe schooljaar aanbrak, bleken de metingen die we van september tot maart hadden gedaan extra waardevol te zijn. Het RIVM wees scholen op de voorschriften uit het Bouwbesluit en al sinds 2015 gold het ‘Frisse scholenbeleid’. Hoewel het oude Bouwbesluit niet voldoende eisen stelt aan ventilatie, kwamen veel scholen hierdoor wel in beweging. Vanaf het einde van de zomervakantie stortten scholen uit het hele land zich plotseling volledig op het ventileren van klaslokalen.
Dankzij onze eerdere metingen weten we van veel lokalen al hoe het is gesteld met de temperatuur, luchtvochtigheid en het CO2-gehalte. Dat we dit juist voor de periode september tot maart weten, is extra handig. We kunnen de data die nu vrijkomt vergelijken met de data van vorig jaar in dezelfde periode. En dat het in de ‘koudere’ periode van het jaar is, komt eigenlijk ook wel goed uit. In het voor- en najaar kun je namelijk eenvoudig een raam openzetten, om zo onder meer de temperatuur of het CO2-gehalte snel omlaag te krijgen. Maar als het buiten kouder wordt, is dat een stuk lastiger. Dus zijn er andere manieren nodig als je die doelen wilt bereiken.
De juiste maatregelen nemen
Hoe kom je nu tot goede oplossingen voor je schoolgebouw? We proberen op dit moment vooral om samen met de scholen grip te houden op de situatie, zodat we de juiste dingen blijven doen. Een oplossing bedenken is zo makkelijk nog niet. Allereerst moet die technisch haalbaar zijn. Wat kun je doen zonder dat je meteen een heel nieuw klimaatsysteem hoeft te plaatsen? Het gevaar is dat een school nu vliegensvlug maatregelen neemt, zonder daar een gedegen plan bij te hebben. Hiermee los je de problemen niet op, maar maak je ze voor het moment beheersbaar. Grote kans dat je dan op een later moment nog meer aanpassingen moet doen. En in het slechte geval heb je een nutteloze investering gedaan, waardoor je extra veel geld kwijt bent. Scholen moeten bijvoorbeeld voldoen aan de Erkende Maatregelenlijst energiebesparing (EML). Als ze dat nu niet direct meenemen, moeten ze op een later moment misschien opnieuw investeren. Dat moeten we zeker proberen te voorkomen.
Van analyse naar oplossing
Samen met NUOVO scholengroep hebben we een duidelijk stappenplan gemaakt. Eerst maakten we een analyse van de scholen waarvan we nu – historische – gegevens hebben. Die informatie gebruikten we om de scholen te verdelen in drie risicogroepen: laag, middel en hoog. Vervolgens maakten we een plan voor de scholen met het hoogste risico. Wat kunnen we doen om het risico te verlagen en wat kost dat? Onlangs is dat plan goedgekeurd door het schoolbestuur, waardoor we nog verder de diepte in kunnen. Op basis van alle beschikbare informatie maken we nu een opzet voor concrete oplossingen om het CO2-klimaat op de ‘risicoscholen’ te verbeteren.
We betrekken hierbij direct de EML, om te voorkomen dat we nu aanpassingen doen die op een later moment teniet worden gedaan door noodzakelijke nieuwe investeringen. Ondertussen gaan we op de minder urgente scholen verder met het verminderen van de CO2-concentraties. We hebben van de scholengroep opdracht gekregen om onze sensortechniek ook in vijf andere scholen te plaatsen, zodat we ook hier meer inzicht krijgen in temperatuur, CO2, luchtvochtigheid en ATG.
Energie en comfort vanuit één integraal platform
Een volgende stap kan zijn dat we een koppeling maken met het energiemanagement op de scholen. In de zomer mag het iets warmer zijn in de lokalen, in de winter iets koeler. Dat heeft invloed op de hoeveelheid energie die je verbruikt. Op dit moment meten we bij NUOVO ook de energie. Deze meters zijn eveneens verbonden met het PULSE-platform. Dankzij deze data kunnen we verschillende informatiestromen met elkaar vergelijken en er analyses van maken. Er waren al plannen in die richting, maar door corona zijn die meer naar de achtergrond gedaan. We hopen in de nabije toekomst de juiste balans te vinden: comfortabele én energiezuinige scholen in een optimale gezonde leeromgeving.
Langetermijnplannen
De coronacrisis vereist snelle actie om de veiligheid in scholen te garanderen. Toch blijft haast een heel slechte raadgever. Ook wij merken de druk, maar zonder een compleet en toekomstbestendig plan verschuif je het probleem alleen, en maak je het misschien zelfs groter. Wil je de CO2 in ruimtes verlagen, dan moet je kijken naar de lange termijn. Het Frisse scholenbeleid en de EML zijn hierbij van wezenlijk belang. Net als het vinden van een balans tussen wat een school op korte termijn kan investeren en wat vanuit de gemeente of het Rijk mogelijk wordt bijgedragen. Nauwe samenwerking tussen installateurs en scholen is noodzakelijk om de beoogde – toekomstbestendige – doelen te behalen.