Met goede ventilatie verminder je de kans op overdracht van het coronavirus. Veel gebouwbeheerders willen daarom de luchtkwaliteit in hun gebouw optimaliseren. Senior consultant Henk Smit is dag en nacht bezig om hen hierbij te helpen. Zoals bij het Wilminktheater in Enschede. Een kijkje achter de schermen.
Een simpele klus? Nee, dat is het zeker niet. De luchtkwaliteit in een gebouw verbeteren is complexer dan je misschien denkt. Er moet meer verse lucht rondgaan, maar niemand wil op de tocht zitten. Een belangrijke factor is de ventilatiecapaciteit. Die geeft aan hoeveel kuub verse lucht er per persoon per uur in een ruimte beschikbaar is. Op basis hiervan bepaal je hoeveel mensen er tegelijk in een ruimte mogen zijn. Bij theaters en bioscopen ligt de gemiddelde ventilatiecapaciteit per persoon tussen de 30 en 40 kubieke meter per uur (m3/h) – afhankelijk van het bouwjaar en de opzet van de installatie. In coronatijd streven we naar een veel ruimere 60 m3/h per persoon. Dat is een stuk veiliger.
Rook in het theater
In Enschede en omgeving is het Wilminktheater een belangrijke culturele hotspot. En de beheerder ervan heeft een duidelijke ambitie: zoveel mogelijk mensen veilig kunnen ontvangen in de diverse zalen. Een mooie klus voor onze experts. Om de luchtstromen in het Wilminktheater in Enschede inzichtelijk te maken, gebruikten we bijzondere apparatuur. Want op papier weten we precies hoe de ventilatie werkt en dus hoe de lucht door het gebouw gaat. Maar we weten níet of dat in de praktijk ook echt klopt. Dus is het zaak om dat eerst te meten.
Om die meting te kunnen doen, blazen we eerst met een mistmachine rook in de ruimte. Door laserstralen op de rookwalmen te schijnen, zien we hoe lucht zich door een ruimte beweegt. Waar die vandaan komt, waar die heengaat én waar te weinig komt. Dankzij deze techniek kwam er een onverwachte luchtstroom aan het licht. Heel waardevol, want dit was duidelijk een zwakke plek in het systeem. En we kunnen pas verbeteringen aanbrengen als we álle zwakke plekken kennen.
Sensoren in kantoren
We zetten niet élk gebouw blauw van de rook. Bij kantoren pakken we het anders aan. Omdat dit vergelijkbare, hoge ruimtes zijn, is minder maatwerk nodig. De rookmachine en lasers maken hier plaats voor mobiele sensoren. Door deze apparaten bij werkplekken te plaatsen, meten we heel precies de ventilatie en luchtkwaliteit op allerlei locaties. Minder spectaculair, maar zeker zo effectief. Wijkt een kantoorgebouw af van ‘normale’ maten, dan kunnen rook en lasers alsnog uitkomst bieden.
Net als bij theaters en bioscopen is bij kantoren de hamvraag: hoeveel mensen mogen er maximaal naar binnen zonder dat de luchtkwaliteit onder kritieke normen komt? We meten de luchtkwaliteit in kantoren niet met centrale CO2-meters, want die kunnen een vertekend beeld geven. We willen weten hoe het op specifieke punten gesteld is met de luchtkwaliteit: de bureaus waar mensen aan het werk zijn. Dáár gaat het om. Daarom gebruiken we de mobiele sensoren.
Kennis verzamelen en brainstormen
Als duidelijk is hoe de lucht zich verplaatst, wat de sterke en zwakke plekken zijn en hoe de toe- en afvoer van lucht precies werkt, dan gaat de analysefase over in de planfase. Welke maatregelen bevorderen de luchtdoorstroming? En biedt de bestaande installatie hiervoor voldoende mogelijkheden of is er een nieuwe nodig?
Zo’n plan maken we niet alléén. Bij veel panden verzorgen wij het onderhoud en hebben we dus veel gebouwdata, maar we hebben ook andere kennis nodig om tot een compleet plan te komen. Daarom doen we een brainstorm met de gebruiker en eigenaar van het gebouw en een expertteam van SPIE. Onze mensen op locatie weten precies hoe de luchtinstallatie werkt, de gebruikers geven aan welke condities zij wensen en de eigenaar – bij theaters is dat vaak de gemeente – beslist over het budget. Door onze kennis te combineren, komen we tot een plan op maat. Soms bereik je al veel door het afzuigsysteem iets anders in te stellen, soms heb je een extra luchtinstallatie nodig.
Meten en weten
Inzicht in de luchtstromen en een verbeterde ventilatiecapaciteit. Dat is al heel wat, maar nog niet alles. Want je wilt ook weten of je aanpak wérkt. Nu en in de toekomst. We monitoren dat via ons gebouwbeheerplatform PULSE Core. Dit systeem meet continu met sensoren het binnenklimaat. En geeft een seintje als bepaalde kritieke waardes worden overschreden. Dagelijks krijgt de gebouwbeheerder een overzicht met de prestaties en de eventuele overschrijdingen. Wanneer gebeurde dat precies? Je ontdekt zo of er te veel mensen binnen waren, of dat er op een bepaalde plek meer ventilatie nodig is. Dit maakt gerichte maatregelen mogelijk. Door te monitoren borgen we dus ook de kwaliteit van de ventilatie op de langere termijn. En houdt je gebouw een gezond binnenklimaat.