Vorig jaar organiseerde VOMI een ronde-tafeldiscussie over de thema’s arbeidsmarkt en het imago van ons vakgebied. De rode draad vandit gesprek was ‘de factor vrouw’. In een serie interviews wordt een vervolg gegeven aan dit initiatief. Hieronder het interview met Lieve Declercq, CEO van SPIE Nederland, over onder meer de instroom van vrouwelijke talenten.
Aantrekken vrouwelijke vakkrachten
Op HBO- en WO-niveau is er niet veel reden voor zorg volgens Lieve: “Die instroom is voldoende. Waar de schoen wringt is de instroom van vrouwelijke vakkrachten op MBO-niveau. Dat is echt veel te weinig. En dat blijft niet alleen beperkt tot vrouwen. Eigenlijk ontberen we vakkrachten over de gehele breedte van het arbeidspotentieel.”
Welke acties zijn nodig om daar verandering in te brengen? “We werken al geruime tijd aan het aantrekkelijker maken van de industrie voor een brede groep mensen. Modern werkgeverschap speelt daarbij een belangrijke rol. Vertaald naar de praktijk betekent dat onder meer dat arbeidsvoorwaarden - en tijden flexibel zijn, maar ook dat er bijvoorbeeld aandacht wordt besteed aan onderwerpen die op het oog klein zijn, maar wel bepalend voor de beeldvorming: passende PBM’s en werkkleding voor vrouwen en aparte kleedkamers zijn daar goede voorbeelden van. Maar ook het werken aan een inclusieve cultuur en het trainen op vooroordelen dragen bij aan een omgeving die aantrekkelijker is voor een grotere groep mensen.”
Veel te bieden
Lieve vervolgt enthousiast: “De industrie heeft veel te bieden! We moeten vooral blijven uitstralen dat werken in de techniek leuk is. En er zijn ontwikkelingen die dat nog eens versterken. De industrie is meer een omgeving aan het worden waar gewerkt wordt met en aan data. Werken aan zware installaties is misschien niet gelijk evident voor vrouwen. Maar voor de meeste techniek en technische installaties heb je vaardigheden nodig (zoals bv accuraat en veilig werken) die bij uitstek passen bij vrouwen. Kies je voor techniek, dan ben je bovendien zo goed als verzekerd van een baan voor het leven. Als je daarbij optelt dat je bijdraagt aan een betere wereld, dan kan het haast niet anders dan dat je voor techniek kiest.” Toch is dat nog niet altijd het geval, blijkt uit de cijfers. Lieve: “Er moet ook nog veel werk worden gedaan aan bewustwording van moeders. Zij beschouwen het werken in de techniek vaak nog als een vies werk terwijl dat in de praktijk maar zelden het geval is. We zouden er als technische sector niet slecht aan doen om eens te adverteren in de Linda of de Happinez.”
Positieve ontwikkelingen
Alhoewel er nog veel werk te doen valt, ziet Lieve ook lichtpunten. “Er is ook veel dat goed gaat. Er zijn tal van goede initiatieven: Talent aan de Top is daar een goed voorbeeld van maar ook maken we in samenwerking met Techniek Nederland de weg vrij voor zij-instromers. En daarnaast is de digitalisering van de maatschappij een positieve ontwikkeling. Dat maakt het voor vrouwen én mannen nóg aantrekkelijker om in de techniek te gaan werken.”
Die digitalisering zorgt ook weer voor andere veelbelovende ontwikkelingen. Lieve: “Het tekort aan vakmensen dwingt ons ook om het werk op een andere manier te gaan doen. Door data te verzamelen en deze te analyseren kunnen we onderhoudsplannen beter en efficiënter invullen. Wanneer je aan de hand van algoritmen of extra sensoren kunt vaststellen wanneer onderhoud exact nodig is, valt er bovendien veel tijd en geld te besparen. Er is natuurlijk wel iemand nodig om die data te analyseren, en daar ligt denk ik een grote kans voor vrouwen.”
Lieve vervolgt: “En naast de digitalisering, is de industrie natuurlijk volop bezig met elektrificatie. De uitdaging voor de industrie is wat dat betreft groot. We moeten als wereld verduurzamen en we zien dat die hele verduurzaming langs de weg van de installatietechniek loopt. Wie wil daar nou niet aan bijdragen? En het mooie is: als je ervoor kiest om de techniek in te gaan, dan hoef je je ook geen zorgen te maken over de toekomst. De techniek is een constante en vertrouwde factor.”