Bouw en installatietechniek kun je niet meer los aanvliegen

Evert Lemmen
lines-animated

Evert Lemmen, Divisiedirecteur Building Solutions bij SPIE, ervaart het dagelijks in de praktijk; zet een bouwer aan het hoofd van een project en hij of zij weet in hoofdlijnen het bouwwerk te schetsen. Een installateur zal op diezelfde plek de berekeningen tot zes decimalen achter de komma willen verfijnen. Allebei goed. Allebei anders. Het voorbeeld tekent volgens de Divisiedirecteur de verschillen tussen beide disciplines. Toch is samenwerken zeer goed mogelijk. Noodzakelijk zelfs, om het beste resultaat te behalen.’

De traditionele bouwkolom stond de afgelopen jaren flink onder druk. Evert Lemmen wijst op de sterk gegroeide dominantie van techniek. Installaties zijn inmiddels steeds bepalender geworden voor de prestaties van gebouwen en hun omgeving. Oude grenzen vervagen; de kolom gaat van verticaal naar horizontaal. En met resultaat, want SPIE ontvangt de mooiste integrale opdrachten. Onlangs nog realiseerde het bedrijf de tijdelijke huisvesting van de Tweede Kamer. ‘Een complexe opgave in een gebouw waar niets was wat het leek. Dan heb je alle kennis, plus een flinke portie creativiteit nodig, zowel van bouw als van E en W. Geen rivaliteit, maar samen voor het beste resultaat gaan.’

Van verticale naar horizontale bouwkolom. Wat bedoelt u daarmee?

‘De traditionele, verticale kolom was hiërarchisch van structuur. De opdrachtgever schakelde een aannemer in die alles regelde. Van boven naar onder. Hierdoor stapten overige teamleden, waaronder de installateur, pas later in en liepen daardoor vaak achter de feiten aan. Die werkwijze kwam het eindproduct niet altijd ten goede. Zeker niet nu technologie en digitalisering steeds belangrijker is geworden. Opdrachtgevers verwachten een betere integratie van die kennis en dus een dominantere rol voor de installateur. De bouwer is niet langer automatisch ‘het baasje’. Mede hierdoor vlakte de hiërarchie af tot een meer horizontale structuur. Eentje waarbij ketensamenwerking domineert. De teamleden zij aan zij dus.’

Kan dat? Een gelijk speelveld realiseren?

‘Jazeker. Zolang alle partijen hetzelfde doel voor ogen houden, is een starre hiërarchie onwenselijk. Een horizontale bouwkolom drijft op de intrinsieke motivatie van betrokken partijen. En zolang die partijen elkaar respecteren, zullen ze samen een beter doordachte oplossing creëren. Een gelijk speelveld start met begrip voor elkaars verschillen. Want verschillen zijn niet erg, als je maar snapt waar ze vandaan komen.’

Dat klinkt makkelijker gezegd dan gedaan

‘Het is tweeledig. De ’technische’ voorwaarden voor samenwerking zijn relatief simpel te regelen; denk aan het in elkaar schuiven van ict-applicatielandschappen. Dat kostte ons nog geen half jaar. De cultuuromslag daarentegen is inderdaad een lastiger opgave. Vergeet niet dat de rolverdeling tussen bouw en installatie verankerd zit in het dna van de specialisten. Dat zie ik al als ik hier over de afdeling loop. Ik durf te stellen dat techneuten van nature stiller en introverter zijn dan de bouwers. Die zijn over het algemeen extroverter en treden makkelijker op de voorgrond. Logisch, traditioneel zijn zij de leiders van projecten. Die vanzelfsprekendheid is veranderd. Nu kijken we eerst naar de aard van het project. Staat de techniek centraal, dan zetten we net zo makkelijk een installateur aan het roer. Dat vraagt om inlevingsvermogen van beide partijen. Dat kost vooral tijd. Maar belangrijk is dat we leren van elkaar.’

SPIE verzorgt dus niet alleen gebouwgebonden technische installaties en facility management, maar ook alle fasen van het bouwproces. Initiatief, ontwikkeling en realisatie tot en met bouwtechnisch beheer en onderhoud, alles vanuit één werkmaatschappij. Bouw en installaties zijn zo verweven met elkaar, die kun je niet meer los aanvliegen. Dan is het toch logisch om ook als bedrijf die services samen te voegen? Hoe dichter je bij elkaar zit – ook fysiek – hoe meer je van elkaar kunt leren en hoe beter de samenwerking verloopt. De klant is de winnaar!’

Welke dynamiek ervaart u op de werkvloer?

‘Als het werk goed gaat, dan hoor je niemand. Het wordt pas spannend als er bijvoorbeeld fouten in een ontwerp blijken te zitten. Dan vallen de partijen terug in hun oude patronen en wordt er met het vingertje gewezen. Als bedrijf moet je heel duidelijk maken niet geïnteresseerd te zijn in dat vingertje. Ik ga die discussie niet aan en ben alleen geïnteresseerd in een oplossing. Natuurlijk zijn bouw en installatie verschillende disciplines, maar het einddoel is eenduidig. Dat besef is er wel, maar vervaagt soms als er dingen misgaan.’

Welke rol speelt digitalisering in de relatie?

‘Een hele belangrijke! Ten eerste hebben technologische ontwikkelingen en de vraag naar duurzame, comfortabele en gezonde gebouwen ervoor gezorgd dat de installatietechniek steeds dominanter aanwezig is. Ten tweede maakt digitalisering het concrete samenwerken beter mogelijk. Toen ik begon in deze branche was het nog een redelijk traditionele tak van sport. Er stond een gebouw en daarin werden installaties geplaatst. Inmiddels is techniek overal verweven in de gebouwde omgeving. Van al die geweldige innovaties en slimme toepassingen gaat mijn hart sneller kloppen.’

Onzichtbaar aanwezig

‘Als de techniek werkt zijn we als branche onzichtbaar aanwezig. Ik noem dat het Intel Inside-principe. Destijds gaven deze microprocessors de functies van computers een enorme boost, maar niemand zag dat. Het ‘dingetje’ zat immers verstopt in de behuizing van de computer. Totdat slimme marketeers via de bekende Intel Inside-sticker dit wondertje uit de anonimiteit trokken. En plots werd het een unique selling point; een kenmerk van kwaliteit. Zo is het ook met de installatietechniek. Ze stuwt de prestaties van gebouwen tot grote hoogten, maar blijft tegelijkertijd onzichtbaar. Eigenlijk zouden wij ook zo’n sticker voor een ideale comfort/werkomgeving moeten ontwikkelen.’

Werken jullie met BIM?

‘Natuurlijk, dat is een speerpunt. BIM past naadloos in onze ambitie om integraal, digitaal, duurzaam en veilig te werken. Juist ook omdat het samenwerken zo goed faciliteert. Zijn er ‘clashes’ tussen luchtkanalen en bouwkundige constructies? Gebruikt de elektromonteur de juiste materialen? Weet de beheertechnicus de juiste installatie te vinden die hij moet onderhouden? In het BIM-model is informatie tijdens alle fasen van het bouwwerk sneller te vinden en makkelijker te gebruiken. En elke gebruiker kan informatie ook aanpassen en verrijken. BIM is misschien wel de basis voor een toekomstbestendige bouwsector, het verbroedert opdrachtgever en ontwerpende partijen, maar ook de aannemer, installateur, beheerder en leveranciers. De bouwkolom wordt aanzienlijk lastiger als partijen geen toegang hebben tot de programmatuur.’

Dus de toekomst van bouw en installatie ligt in samenwerking?

‘Absoluut, los van de noodzaak om samen op te trekken, biedt digitalisering ook steeds meer mogelijkheden daartoe. Onze volgende stap is de koppeling van BIM vanuit de design en build fase aan het Building Management Systeem en alle realtime data uit sensoren, gebruikers en assets in het gebouw in de maintain en operate fase. Voor dat laatste hebben wij ons PULSE Core platform ontwikkeld. Op dit platform komt alle (realtime) data binnen, waarmee we continu de actuele stand van zaken in beeld hebben. Hiermee realiseren we voor de gebruikers op maat een comfortabel, gezond en veilig werkklimaat. Verder hebben we slimme algoritmes ontwikkeld, waarmee we ook voorspellend kunnen werken. Dat voorkomt niet alleen klachten, storingen en een te hoge energierekening, maar ook te hoge slijtage en ongepland vervangingsonderhoud. Op die manier kun je als beheerder prestaties volcontinu bewaken en voorspellen. Design, Build, Maintain en Operate via één functionaliteit. Wil je daarmee optimale winst halen, dan zul je ook alle benodigde digitale kennis en het multidisciplinaire vakmanschap moeten samensmelten.’

Wat hebben we daarvoor nodig?

‘Data, data en nog eens data. Gebouwen zijn een goudmijn van data. Historische gegevens, realtime data, 3D-informatie en voorkeuren van de gebruikers. Als je die bronnen bundelt en daar de algoritmes op loslaat, ontstaat een virtuele kopie van het gebouw: een Digital Twin. Het biedt gebouweigenaren een soort centraal ecosysteem van data, tijdens de hele levensduur van het gebouw. En hierdoor zijn we in staat om gebouwen uit de omgeving digitaal aan elkaar te koppelen. Technieken als augmented en virtual reality helpen daarbij. Het maakt ons werk efficiënter, preciezer en veiliger. We voorkomen storingen en faalkosten door vooraf simulaties van een aanpassing te draaien. En de gebruiker wordt ongemerkt gefaciliteerd in een comfortabel, gezond en duurzaam gebouw.’

Zet deze trend door?

‘De integratie van disciplines is niet meer te stoppen. Bouw en installatietechniek hebben simpelweg elkaar nodig om de prestaties van gebouwen te verbeteren. Klanten eisen het, en ‘last but not least’, de integratie van disciplines en het digitaal koppelen van gebouwen draagt bij aan de duurzaamheidsambities waar we als maatschappij voor staan. Zo snijdt het mes aan twee kanten.’

Dit interview is gepubliceerd in het magazine E&W Installatietechniek, februari 2021.
Tekst: Jojanneke Rodenburg
Fotograaf: Arno Massee

Markten

Neem contact op

Zijn er vragen of is er behoefte aan meer informatie? Vul het formulier hiernaast in en wij nemen zo spoedig mogelijk contact op.

  • Wij gebruiken deze gegevens enkel voor de afhandeling van de informatie- of contactaanvraag, zoals beschreven in het Privacy statement
  • Voor vragen over werken bij SPIE, ga naar de "Werken bij"-website

Ik heb het Privacy statement van SPIE gelezen en ga ermee akkoord dat er contact met mij kan worden opgenomen.